20171107_Aartsenfruit_Refresh_Gerrit_Poels006.jpg

Bekokstoven: Broodpater Gerrit Poels stilt de honger


15/12/2017



“Eerst voeden, dan opvoeden.”

 

De rubriek ‘Bekokstoven’ draait om eten. Dit keer ook, maar we geven er een speciale invulling aan. Stel je nu eens voor dat je weinig of geen geld hebt voor voeding. Dat komt ook in een welvarend land als Nederland voor. Wat dan? Deze Bekokstoven gaat over een man die zich het lot van buitenbeentjes aantrekt en die zorgt voor de broodnodige hulp.​​​​​​​

 

Onder de armoedegrens

Na een wereldwijde economische crisis krabbelt de wereldeconomie weer op. Lonen stijgen, werkloosheid daalt en wereldhandel neemt toe. Maar die cijfers zijn altijd gemiddelden en er zijn overal mensen die niet profiteren van die groei en vooruitgang. Overal zijn buitenbeentjes, misfits en onrendabelen, zoals Gerrit Poels ze kenmerkt. In Tilburg met ruim 200.000 inwoners leven ongeveer 15.000 mensen op of onder de armoedegrens. Een deel van die mensen kan voor dagelijks brood en andere steun terecht bij de stichting van de voormalige pater Gerrit Poels. In zijn stad bekend als de Broodpater. 

 

Compassie

Gerrit Poels is 88 jaar, maar nog altijd ontzettend betrokken. Alle tijd en energie die hij heeft steekt hij in de mensen die hem zo nodig hebben. Nonstopfresh magazine was te gast bij stichting Broodnodig in Poels Pollepel aan de rand van het Tilburgse stadscentrum en zag met eigen ogen welke impact Poels heeft. We praatten met hem en zijn dochter Hülya Poels over de stichting, drijfveren en de toekomst. Hülya is energiek en formuleert doordacht, haar vader is rustiger en vertelt met grote compassie over zijn mensen. 

 

Verder lopen 

Gerrit Poels is geboren in 1929 in een dorpje bij Nijmegen. Als twaalfjarige jongen ging hij naar het klooster in Tilburg. Hij had een ontheemd gevoel totdat hij samenwerkte met mensen van en op straat en betekenis kon geven aan hun leven. In 1969 stapte hij uit het klooster. Hij zegt daarover dat hij niet is uitgetreden, maar is doorgelopen. Poels vond dat de ontwikkelingen binnen de kerk te langzaam gingen. Na zijn uittreding begon hij met de opvang en ondersteuning van mensen die behoefte hebben aan hulp op allerlei vlak. De misvatting ontstond dat hij een opvanghuis runde. Mensen werden zelfs door politie en andere instanties gebracht. Het leek onvermijdelijk dat zijn initiatief uitgroeide tot een volwaardige opvang van dak- en thuislozen: Huize Poels. Poels heeft in die jaren naast Huize Poels ook La Poubelle (dagbesteding), de Pollepel (warme maaltijd voorziening), stichting Blut (budgetbeheer) en Begeleid Wonen opgericht. 

 

Ik help

De kaderstelling en wet- en regelgeving rondom opvang is Poels altijd een doorn in het oog geweest. Vaak gaat het ten koste van (het welzijn van) mensen. Verder is Poels wars van hiërarchie. Maar in de zorgverlening werden regelgeving en hiërarchie juist steeds belangrijker. Precies op de dag (in 1990) dat hij een team om zich heen had verzameld dat de kaderstelling, zoals die door de overheid was opgesteld, kon uitvoeren is hij zelf gestopt bij Huize Poels. Niet omdat hij het werk niet meer wilde doen, maar omdat hij zich niet kon vereenzelvigen met de kaderstelling van de subsidiëring. Een gevleugelde uitspraak van Poels luidt dan ook: “Ik ben geen hulpverlener, ik help.”

 

Eerst voeden

In het vervolg nam Gerrit Poels de nazorg van de mensen die uit de opvang kwamen op zich. Daar lag en ligt zijn hart. Tijdens al die ontmoetingen en gesprekken aan de keukentafel merkte hij dat er heel veel mensen opnieuw in de problemen kwamen. Hij luisterde naar hen en hielp bij het vinden van werk, een dagbesteding, inschrijvingen voor een sociale woning, et cetera. Verder ontbrak er vaak brood op de plank. Een bakker uit de buurt gaf Poels het brood dat niet werd verkocht en tijdens huisbezoeken nam Gerrit Poels gewoon brood mee. Poels’ motto: “Eerst voeden, dan opvoeden.” Binnen enkele jaren waren er 400 tot 500 gezinnen waar Poels thuis kwam. De toeloop was enorm en Gerrit Poels koos ervoor om het brood te gaan brengen. Dat deed hij uit privacy overwegingen ’s nachts op de fiets, dan viel het niet zo op dat die mensen zich geen brood konden veroorloven. 

 

Door weer en wind

Dag in dag uit fietste Poels elke nacht langs zijn adresjes in Tilburg. Hij kreeg de bijnaam en koosnaam Broodpater toebedeeld. Elke nacht om 1 uur stapte hij op zijn fiets en hij ging door totdat het licht was en soms nog langer. Door weer en wind. De vraag werd zo groot dat het onmogelijk werd om iedereen elke nacht met de fiets te bereiken. Rond 1999  besloot hij mensen ook de kans te geven om brood te komen afhalen bij zijn eigen huis. Het assortiment groeide met andere levensmiddelen, kleding, speelgoed en boeken. Vanuit verschillende kanten ontving Poels steun en middelen. Zo ontstond eigenlijk de eerste voedselbank in Nederland.

 

Toegewijde vrijwilligers 

Het werd steeds drukker aan huis bij Gerrit en Angelique Poels. Zijn vrouw Angelique is altijd op de achtergrond gebleven, maar ze is zijn steun en toeverlaat. Ook voor Gerrit Poels tellen de jaren. Zijn zicht is de afgelopen jaren minder geworden, waardoor het eigenlijk gevaarlijk werd om ’s nachts zijn route te doen. Het werd tijd voor een andere oplossing. Na veel vijven en zessen stelde de gemeente Tilburg het voormalige gebouw van De Pollepel beschikbaar aan de al eerder opgerichte stichting Broodnodig. Sinds 2017 kunnen de mensen zes dagen in de week terecht bij Poels Pollepel voor allerhande levensmiddelen en steun. Daar zorgt een groep toegewijde vrijwilligers samen met Gerrit Poels voor een gastvrije ontvangst, aandacht en brood. 

 

Opvolging 

Hülya Poels is sinds 2013 coördinator van stichting Broodnodig en ze zet het werk van haar vader voort. Dat is een wens van hem, die ze vol verve en overtuiging uitvoert. Doel van de stichting is naar vermogen mensen zo goed mogelijk van dagelijks brood te voorzien. Hulpbehoevenden horen via via dat ze bij Broodnodig terecht kunnen, maar ook officiële instanties sturen mensen door naar Broodnodig. De uitstroom is veel kleiner dan de toestroom. Veel mensen ontsnappen nooit aan hun situatie en moeten blijvend of tijdens verschillende periodes in hun leven een beroep doen op de stichting. Vandaag de dag verzorgen ze ongeveer 100 à 150 broodpakketten, aangevuld met andere producten, per dag. 

 

Mooi werk 

Volgens Gerrit Poels is het mooi werk, omdat je andere mensen mag helpen. Hij vindt het bijzonder, omdat hij daartoe in de gelegenheid wordt gesteld. Je ziet aan de mensen die bij Poels Pollepel over de vloer komen dat ze waarderen wat er daar gebeurt. Het liefst willen de mensen Gerrit Poels elke dag zien, iets tegen hem zeggen of gewoon even een grapje maken.

Gerrit Poels is ongelooflijk benaderbaar, open en heeft een lieve uitstraling. Nog altijd vindt ‘zijn volkje’ een luisterend oor bij hem. Nog altijd voert hij keukentafelgesprekken om de lasten van mensen te verlichten. Hij zegt: “Ik wil doen wat wel kan, niet wat niet kan.”